Kamervragen van Agnes Kant over de Generatiehypotheek

De afgelopen jaren zijn er aan de toenmalige minister van financiën Gerrit Zalm veel kamervragen gesteld over hypotheken en de huizenmarkt. Deze kamervragen worden hier nog eens behandeld om duidelijk te maken wie er verantwoordelijk zijn voor de zeepbel in de huizenmarkt. Gerrit Zalm beantwoord hieronder kamervragen van Agnes Kant over de Generatiehypotheek.

zie ook : Kamervragen over de verstrekking van tophypotheken door banken

Wat is de Generatiehypotheek?

Generatiehypotheken zijn in 2003 op de markt gekomen als tophypotheek op basis van een garantstelling door familieleden, meestal (groot)ouders. Door deze garantie kunnen jongeren hypotheekleningen afsluiten die normaal gesproken buiten hun bereik liggen. De hypotheekrente die de starter zelf betaalt, is normaal aftrekbaar voor de inkomstenbelasting.

Als de ouder de rentebetaling geheel overneemt, kan ouder noch kind aanspraak maken op de belastingaftrek. Tot nu toe bestond onduidelijkheid over de fiscale gevolgen als de ouder tijdelijk de rentelasten voor zijn rekening neemt. Wijn schetst nu mogelijkheden om in die situatie toch aanspraak op de aftrekpost te maken.

Dat kan als de rentebetaling door de ouder de vorm heeft van een rentedragend voorschot of een schenking. Maar als de ouder de starter de rentebetaling kwijtscheldt, vervalt de aftrek geheel.

De vragen:

1.

Kent u de reclamecampagne van de Rabobank voor een <<Generatiehypotheek>>?

Ja.

2.

Vindt u het acceptabel dat jonge mensen zich daarmee nog dieper in de schulden steken om een huis te kunnen kopen en de overheid dat stimuleert met een grotere aftrek?

De generatiehypotheek is een hypotheekvorm waarbij ouders de mogelijkheid wordt geboden (voor een bepaalde tijd) garant te staan voor (een deel van) de rente en aflossing van de hypotheek van hun kind of in verband met de hypotheek van hun kind een bepaald bedrag aan hun kind te lenen of te schenken. Deze mogelijkheden zijn op zichzelf niet nieuw. Nieuw is slechts het aanbieden ervan in een concreet product. Bij een generatiehypotheek kan er sprake zijn van een hogere schuld in vergelijking met een andere hypotheekvorm. Dit vraagt om de nodige zorgvuldigheid van de hypotheekaanbieder en de hypotheeknemer (zoals gebruikelijk bij iedere vorm van hypotheekverstrekking). Ten eerste zal de aanbieder van de generatiehypotheek rekening moeten houden met de aflossingcapaciteit van de hypotheeknemer, ook wanneer de ouders garant staan voor (een gedeelte van) de rente en aflossing. Bovendien zal de aanbieder van de generatiehypotheek zorgvuldig moeten zijn in zijn informatieverstrekking aan de hypotheeknemer. De hypotheeknemer moet goed op de hoogte zijn van alle voorwaarden en kosten die zijn verbonden aan de hypotheek. Met de verkregen informatie zullen zowel het kind (als hypotheeknemer) als de ouders, indien zij garant staan, een zorgvuldige afweging kunnen maken over de passendheid van de hypotheek en de daarmee gepaard gaande hypotheeklasten.

De generatiehypotheek neemt geen bijzondere positie in binnen de huidige fiscale vormgeving van de hypotheekrente. Het uitgangspunt is ook bij dit product dat alleen die rente in aftrek kan worden gebracht die als eigenwoningrente kan worden aangemerkt (zie het besluit van 27 februari 2002, nr.CPP2001/3541M).

3.

Past dit volgens u in een trend waarmee steeds meer hypotheekschuld wordt aangegaan met nieuwe hypotheekvormen waarbij steeds minder wordt afgelost? Erkent u dat dit weer de huizenprijzen opdrijft?

De generatiehypotheek past binnen de trend in de financiële sector waar steeds nieuwe producten op de markt komen en er sprake is van toenemende vervlechting van bestaande financiële producten. Op de hypotheekmarkt wordt inderdaad steeds vaker gekozen voor een hypotheekvorm waarbij slechts gedeeltelijk wordt afgelost. De generatiehypotheek is echter niet per definitie een (gedeeltelijk) aflossingvrije hypotheek.

Gegeven het feit dat de generatiehypotheek slechts een hypotheekvorm is die bestaande mogelijkheden tot financiering aanbiedt in een concreet product, is er geen reden om te veronderstellen dat het de huizenprijzen opdrijft. De huizenprijzen worden uiteindelijk bepaald door de (netto) woonlasten die een koper bereid is te betalen.

4.

Is het u bekend dat Nederland inmiddels de hoogste hypotheekschuld in Europa heeft als percentage van het BBP? Zo ja, maakt u zich daar zorgen over?

Afgelopen maart publiceerde de Europese Centrale Bank haar rapport inzake ‘Structural Factors in the EU housing markets’. In dit rapport worden de oorzaken en effecten van fluctuaties op de huizenmarkt binnen de Europese Unie onderzocht en wordt een overzicht gegeven van de ontwikkelingen op die huizenmarkt sinds 1980. Uit dit onderzoek komt onder andere naar voren dat Nederland op dit moment de hoogste hypotheekschuld heeft als percentage van het BBP. De hoogte van de hypotheekschuld moet worden bezien in het licht van de persoonlijke en financiële situatie van de hypotheeknemer. Uit hetzelfde rapport blijkt dat de hypotheeklast (hypotheekschuld rekening houdend met de hypotheekrente) vergeleken met het beschikbare inkomen per huishouden in de tweede helft van de jaren negentig slechts licht is gestegen en vanaf 2000 zelfs licht is gedaald in Nederland. De te dragen hypotheeklast is zodoende verhoudingsgewijs voor het Nederlandse huishouden gemiddeld gelijk gebleven.

De hypotheekschuld speelt een rol op microniveau (de individuele hypotheeknemer) en op macroniveau (de gehele financiële sector). Op microniveau zijn goede gedragsregels voor de hypotheekaanbieder en -bemiddelaar en adequaat toezicht op de naleving van deze regels van belang. Het aanbieden van en bemiddelen in hypothecair krediet zal integraal worden meegenomen in het wetsvoorstel Wet financiële dienstverlening (Wfd) dat rond de zomer aan de Tweede Kamer zal worden aangeboden. U bent over dit wetsvoorstel bij brief van 20 december jl. geïnformeerd.

Op macroniveau dient een stabiele situatie in de financiële sector te worden gewaarborgd. Om dit te bewerkstelligen volgt het ministerie van Financiën samen met De Nederlandsche Bank de ontwikkelingen op de hypotheekmarkt nauwlettend.

5.

Leidt deze ontwikkeling ertoe dat u maatregelen overweegt om de fiscale aftrekbaarheid van hypotheekrente die dit soort hypotheekvormen stimuleert te beperken? Zo ja, welke? Zo nee, waarom niet?

Gelet op het vorenstaande leidt deze ontwikkeling niet tot een wijziging van het fiscale beleid ten aanzien van dit soort hypotheekvormen.

Share Button
Tagged with: , , , ,
0 comments on “Kamervragen van Agnes Kant over de Generatiehypotheek
1 Pings/Trackbacks for "Kamervragen van Agnes Kant over de Generatiehypotheek"
  1. […] een oplossing gezocht moet worden, maar dit gaat wel heel erg ver. In het verleden zijn er al veel kamervragen over Nederlandse hypotheken gesteld en in 2005 kwam het AFM al met het rapport renterisico. […]

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *

*